Bijtelling privégebruik auto in strijd met Europees recht?

Rijdt u een auto van de zaak met een bijtelling van 25% van de cataloguswaarde? Dan betaalt u misschien te veel inkomstenbelasting. Dat zal althans de inzet worden van een proefprocedure over de verlaging van de maximale bijtelling naar 22%.

Tot 1 januari 2017 bedroeg het hoogste tarief voor de bijtelling privégebruik auto in de loon- en inkomstenbelasting 25%. Die bijtelling krijgt u alleen als u meer dan 500 privékilometers rijdt met uw auto van de zaak. Vanaf 1 januari 2017 zijn de regels veranderd.

Wat is er veranderd?

Per 1 januari 2017 is het hoogste tarief voor de bijtelling privégebruik auto in de loon- en inkomstenbelasting nog maar 22%. Die verlaging geldt echter niet voor auto’s die al voor 1 januari 2017 op kenteken zijn gezet. 

Wat betekent dat?

Hebt u een auto van de zaak waarvoor een bijtelling van 25% geldt, dan houdt u dat tarief tot 60 maanden nadat de auto op kenteken is gezet. Als u uw auto van de zaak in december 2016 hebt gekregen, geldt dat tarief voor u dus nog tot en met december 2021! Was de auto pas in januari 2017 op kenteken gezet, dan zou het bijtellingspercentage 22 zijn geweest. Voor dezelfde auto die uw buurman in januari 2017 krijgt, betaalt u dus meer inkomstenbelasting, omdat u uw auto in 2016 hebt gekregen.

Is dat wel eerlijk?

Daarover gaat de proefprocedure die binnenkort wordt opgestart. De rechter heeft in het verleden geoordeeld dat het gebruik van een auto van de zaak verschillend mag worden belast, als dat verschil zijn oorzaak vindt in de uitstoot van CO2. Het verschil in bijtelling tussen verder gelijke auto’s wordt nu niet veroorzaakt door een verschil in CO2-uitstoot, maar door een verschil in het tijdstip waarop de auto op kenteken is gezet.

Terug naar overzicht